Vissen zijn in staat om geluid onder water te horen. Vissen hebben, net als mensen, een frequentieafhankelijk gehoorbereik dat per vissoort verschilt en kan worden weergegeven in een audiogram. Met uitzondering van de karper, ligt de grootste gevoeligheid van de Nederlandse zoetwatervissen in het gebied 50-400 Hz vanaf een geluidsgrens van ca 100 dB.
De geluidsproductie van de motoren van de gemalen zorgt mogelijkerwijs voor schade aan het gehoor van passerende migrerende vissen. Ook is bekend dat het geluid dat gemalen produceren, een werende werking kan hebben en de vis dwingt een andere route te nemen.
Onderzoek
Bij kunstwerken kan met behulp van een onderwatermicrofoon (hydrofoon) geluidsopnames worden gemaakt. Voor de meting worden alleen, de voor vissen relevante frequenties vastgelegd (5-20.000 Hz). De metingen worden op verschillende afstanden van het kunstwerk uitgevoerd om uiteindelijk een ‘geluidslandschap’ te bepalen. Na enige analyse wordt het opgenomen onderwater geluid van bv. een gemaal omgezet naar een frequentiedomein.
Neem voor meer informatie contact op met onze medewerkers.