
In maart 2006 is de vistrap bij Grave gereedgekomen. Met het gereedkomen van deze vistrap is de Maas in principe optrekbaar tot aan Borgharen. De vistrap betreft een combinatie van de klassieke V–vormige bekkenpassage verticale doorzwemopeningen (“vertical slot”).
Om te kunnen beoordelen of de vistrappen voldoet is heeft VisAdvies, in opdracht van Rijkswaterstaat en RIZA, de optrek van vissoorten bemonsterd in het aansluitende migratieseizoen. Dit is uitgevoerd door met een hokfuik en bun te vissen aan de stroomopwaartse zijde van de vistrap gedurende de periode van 30 maart tot en met 19 juni 2006. Bij de uitvoering zijn vrijwilligers van de plaatselijke hengelsportvereniging “Flying fish” betrokken. De fuik werd elke donderdag geplaatst en daaropvolgende maandag verwijderd.
De werkzaamheden rond het gereedmaken van de vistrap waren gedurende de bemonstering nog niet afgerond. Zo was de beoogde drijfbalk niet gerealiseerd evenals de steiger bij de bun.
Er hebben minimaal 680 vissoorten gebruik gemaakt van de vistrap bij Grave. In totaal zijn er 17 vissoorten waargenomen. Blankvoorn domineerde de vangsten qua aantallen, gevolgd door paling, alver, brasem, baars, kolblei en snoekbaars. Naast het genoemde spectrum aan soorten is de vistrap gebruikt door een grote range van zeer verschillend formaat. De lengteklasse liep uiteen van 7 tot 90 cm.
De passage functioneert in ieder geval voor de aangetroffen soorten. De vangstconstructie, bestaande uit een hokfuik met daaraan een bun verbonden, voldeed aan de verwachtingen. De geringe voorbereidende kosten ter plaatse en de vrij eenvoudige manier van lichten en legen vereisen een minimale geldelijke inzet.
Het functioneren van de regelbare overlaat aan de bovenstroomse zijde was nog niet geoptimaliseerd. Hierdoor was het waterpeilverschil tussen meest stroomopwaarts gelegen bekken en de Maas veel hoger dan het ontwerp had bedoeld. Aanbevolen wordt om het onderzoek in 2007 nogmaals uit te voeren en de juiste schuifposities
van de regelbare overlaat nader te bepalen.