Visoverleefbaarheidstest

Click here for the English translation

Het sterftepercentage (mortaliteit) van een visvriendelijk gemaal of de turbines van een waterkrachtcentrale worden veelal onder zo natuurlijk mogelijke omstandigheden (in de praktijk met een zo natuurlijk mogelijk visaanbod) bepaald. Om vissterfte op locatie te onderzoeken kunnen zich een aantal problemen voordoen, zo is er niet altijd voldoende water, het (vis-)aanbod op het moment dat de proef wordt ingezet, dat de vissoortsamenstelling en een goede lengteklasseverdeling binnen het aanbod veelal ontoereikend is om voor alle visdoelgroepen en lengteklassen te testen. Om deze bezwaren te omzeilen heeft VisAdvies Bv. een protocol ontwikkeld waarbij pompen en turbines worden  getest met behulp van "gedwongen blootstelling" van vissen aan de passage door de pomp of turbine. Op deze wijze is men gegarandeerd van de juiste vissoortsamenstelling, lengteklasseverdeling en aantallen om een gefundeerde uitspraak te kunnen doen  over de daadwerkelijke sterfte van het gemaal of de turbines van de waterkrachtcentrale.

Methode
Doormiddel van gedwongen blootstelling worden verschillende vissoorten door de pomp of turbine gevoerd, waarbij de kans op ontsnapping nul is en waarbij de vissen gedwongen de pomp of turbine passeren. Aan de  uitstroomzijde van het opvoerwerktuig wordt een opvangnet geplaatst.
Vissen die een opvoerwerk levend
en zonder enig waarneembare schade passeren kunnen na enige tijd alsnog sterven. Dit als gevolg van interne beschadigingen. Om inzicht te krijgen in welke mate dit het geval is worden de doorgevoerde vissen voor een periode van 72 uur in opslag gehouden.

Overleefbaarheid 
Voor elke vissoort/ en of lengteklasse wordt een sterftepercentage bepaald middels de gedwongen blootstellingproef.De verkregen sterftepercentages worden vervolgens ingedeeld in vier mogelijke overleefbaarheidsklassen. De indeling van deze vier klassen is volledig gebaseerd op de resultaten van de visoverleefbaarheid bij pompen waarvan de testresultaten voor het opstellen van het protocol zijn meegenomen. De eindscore van een opvoerwerktuig wordt verkregen door optelling van de subscores. Zo zal een opvoerwerk met eindcijfer 1 een score voor de visoverleefbaarheid hebben, die vergelijkbaar is met de best beoordeelde pompen of turbines, en een opvoerwerk met een eindcijfer van 0 een score voor visoverleefbaarheid hebben die vergelijkbaar is met de slechts beoordeelde pompen of turbines.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze medewerkers.