Onderzoek naar zwemgedrag van alen bij waterkrachtcentrale in de Maas.

Wat: Sinds 1980 neemt de hoeveelheid jonge aal (glasaal) die de Europesche kusten bereikt om vervolgens in het zoete water op te groeien, snel af. De oorzaken van deze achteruitgang zijn onduidelijk. Het probleem wordt inmiddels op Europees niveau groots aangepakt. Een van de oorzaken van de teruggang wordt gezocht in de bedreiging die ouderdieren (schieraal) ondervinden. Voor de voortplanting zwemt de schieraal vanaf het opgroeigebied in het zoete water, naar de Sargassozee. Maar voordat de Noordzee wordt bereikt moeten veel kunstwerken worden gepaseerd. De passage door gemalen en WaterkrachtCentrales (WKC’ s) eist veel slachtoffers (zie ook). Getracht wordt om schieraal een alternatieve route te laten volgen en te voorkomen dat zij door de turbines van de WKC worden verwond. Zo kunnen vissen worden omgeleid door ze af te schrikken met verlichting. Onderzoek aan het zwemgedrag van schieraal bij het benaderen van een turbine met en zonder verlichting geeft hierbij belangrijke inzichten in het effect van zo'n maatregel.

Hoe: Voor het onderzoek naar het zwemgedarg van de schieraal is gebruik gemaakt van gezenderde vissen. Met deze techniek kan de exacte locatie van de vis in de tijd worden gevolgd (zie voor meer details: 3D telemetrie).  In opdracht van RWS Limburg heeft VisAdvies in het najaar van 2011het zwemgedrag van 100 migrerende schieralen in het inlaatkanaal van de WKC te Linne geanalyseerd .

Belangrijke vragen hierbij waren:

  • Worden de vissen afgeschrokken door het licht (in de figuur met geel aangegeven)?
  • Langs welke weg probeert de vis mogelijk een andere route te vinden?

Uit de eerste resultaten is gebleken dat het scherm een stap in de goede richting is. Het grootste deel van de proefdieren meden het lichtscherm en zeventig procent van de vissen kozen de alternatieve route via het niet-verlichte deel van de centrale (in de figuur met wit aangegeven).      

 

.