Visstandbemonstering wateren van Delfland

Vanaf eind september t/m half oktober zal VisAdvies in opdracht van het Hoogheemraadschap visstandbemonsteringen uitvoeren in Delflands wateren. Gekeken wordt welke soorten er voorkomen en hoe de leeftijdsopbouw en de abundantie van de verschillende vissoorten is. Hoe meer soorten er aanwezig zijn, hoe hoger de waterkwaliteit.

Het onderzoeken van de visstand is een nieuwe manier van meten, die voortkomt uit de Europese Kaderrichtlijn Water. Deze richtlijn verplicht alle lidstaten van de Europese Unie maatregelen te nemen die de waterkwaliteit verbeteren. De richtlijn schrijft daarnaast voor op welke manier de waterkwaliteit gemeten wordt, onder andere door de visstand in beeld te brengen.

De te bemonsteren sloten en kanalen, zijn door de Europese richtlijn bepaald. Het gaat dan om zogenaamde waterlichamen, wateren van een bepaalde omvang. Onderstaand is een overzicht van deze wateren gepresenteerd.

Waterlichaam: Oostelijk deel van de Oostboezem
Verversingskanaal Den Haag
Singels Den Haag (langs o.m. Veenkade, Mauritskade, Prinsessegracht, Bierkade)
Haagse Vliet en Laakgebied
Leidsche en Delftsche Vliet
Tweemolentjesvaart en Pijnackerse vaart
Schie
Berkelse Zweth
Polderwatering
Rotterdamse en Schiedamse Schie
Noorderkanaal, Delfshavense Schie, Coolhaven
Noordvest en Vellevest

Waterlichaam: Westelijk deel van de boezem
Oranjekanaal
Zwethkanaal
7 gaten van Van Lingen
Zweth en Kromme Zweth
Deel van het stedelijk gebied De Lier, Naaldwijk en Maassluis
Poelwatering, Gantel, Lange Watering
Boonervliet, Bree- of Lichtvoetswatering, Oostgaag en Zuidgaag
Middelwatering
Middelvliet
Foppenplas

Waterlichaam: Polderwateren
Slinksloot in Holierhoekse en Zouteveense polder
De Delfgauw in de Zuidpolder van Delfgauw

De bemonsteringsinspanning wordt afgestemd op het karakter van de te bemonsteren wateren en het oppervlak van deze wateren. Daarbij wordt rekening gehouden met de habitats die substantieel in het waterlichaam voorkomen. Bij de bemonstering wordt de soortsamenstelling, leeftijdsopbouw en verspreiding van de vis in kaart gebracht.

Afhankelijk van het type water wordt er gevist met verschillende soorten vistuig: de kuil, de zegen en electrovisapparatuur. Op middelgrote kanalen wordt gevist met de kuil, op kleinere afgesloten wateren en smalle kanalen met de zegen en in de oevers met electrovisapparatuur.

De bemonstering van de visstand wordt iedere zes jaar herhaald, zo lang de visstand nog niet voldoet aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water (toestand- en trendmonitoring). Ook is het denkbaar dat de visstand intensiever wordt gevolgd. Vis is dan als het ware een ‘gidsparameter’ voor de verbetering van de waterkwaliteit die inzicht geeft in de effectiviteit van de genomen waterkwaliteitsmaatregelen. Bemonstering van de visstand vindt dan plaats iedere drie jaar (operationele monitoring). Als de visstand wel voldoet aan de Kaderrichtlijn Water kan worden volstaan met een bemonstering eens in de 18 jaar.

Voor meer informatie over de visstandbemonsteringen kunt u contact opnemen met het Hoogheemraadschap van Delfland, of met de heer Vriese of de heer Kroes van VisAdvies.

.